Aan Duifje in de taveerne
Duifje moet de naald weer rusten?
Zijn de doekjes afgezoomd?
Of hebt gij van stille lusten,
Van ene andre taak gedroomd?
Pronkstertje, wier blinkend huifje*
In de kastelnij* niet voegt,
Stemt u ’t hart zachtmoedig, Duifje?
Maakt de bierwalm u vernoegd*?
Zou ’t u licht niet beter passen
Als gij ’t huiswerk had aanvaard,
Dan bij vleien en bij brassen
U te voegen naar de waard?
Duifje steun niet op je krachten:
Vriendlijk is niet altoos wijs;
Die zich vrij van wanklen dachten
Stonden somtijds op glad ijs.
-----------------------------
huifje - kapje, hoedje
kastelnij = kastelenij - het gebied van de kastelein
vernoegd - tevreden
Gedichten (1869)
Schrijver: W.J. van ZeggelenInzender: JM, 15 januari 2006
Geplaatst in de categorie: vrouwen