Kronkelpaden. Onverharde wegen.
Boerderijen in de plooien van het landschap
weggezakt. Silo's. Het notarishuis.
De pastorie. De oude en de nieuwe school.
En daar: geboortehuis. Zo levensecht.
Zo helemaal gebouwd voor een geborene.
Er hangt geen bord. Er staat geen borstbeeld voor.
Toch: er werd met ongekende kracht geworpen.
Bovendien werd…
De zomer wordt geïmiteerd. Motorboten mompelen.
Nog meer dan twintig dagen en dan bijt ik mij door
wat er overblijft. Ik zwaai naar schippersvrouwen.
Genoeg gezien, tenminste, voor vandaag. Ik schrijf
straks een brief. Die leg ik op de stapel en verstuur
ik niet. Je krullen en je neus. Ik maak een foto van
het beeld dat niemand ziet. Drie kinderen…
Het is niet anders: als taal ben
ik; zelfs mijn vlees is letters
in een bloederige samenhang.
Van het alfabet ben ik doordrenkt.
Mijn bloedbaan murmelt tegen-
spraak, mijn lever klopt een hoofdstuk
uit een boek dat is verzuurd; dit is
mijn lichaam het verkruimelt net zo
snel. Ontferm je over letters die
nog even leesbaar blijven.
--…
Maar langer nog dan levenslang
hebben hun kinderen. Hoor ze
tieren naar de wolken, zie ze
schrijven met verbeten smoel:
verzen waar het bloed in woelt.
Ouders hebben het gemakkelijk.
Ze gaan dood. Dan is het op.
Wij gaan verder. Zullen onze
wonden likken, wees zijn,
onze afkomst eerst verloochenen
en dan weer machteloos omarmen,
schrijven…
Dit is inderdaad niet te verdragen. Lege kamers
kijken me verwijtend aan. Ik zet dozen anders
neer en nog eens anders en dan ga ik vroeg
naar bed.
Iemand, ik weet niet wie, zei dat het hoorde.
Wanneer het weer voorbij is raakt het ook
vergeten. Maar ik vergeet zo slecht.
Iemand kwam me helpen. Nu staan de dozen
op hun plaats. Ik rust uit…
Het is de kunst om mij in afgepaste mate en op de juiste toon
tot u te richten; maar dat lukt mij in de regel nauwelijks. Begint
het in mijn bast te klinken, hoed u: duizend bronzen klokken
donderen mijn gram over het grasveld uit, gericht op u - onschuldige
bezoeker. Brombast. Breektaal. Briesklank. Over wat aan het hier ruim
tentoongestelde…
Dit is inderdaad niet te verdragen. Lege kamers
kijken me verwijtend aan. Ik zet dozen anders
neer en nog eens anders en dan ga ik vroeg
naar bed.
Iemand, ik weet niet wie, zei dat het hoorde.
Wanneer het weer voorbij is raakt het ook
vergeten. Maar ik vergeet zo slecht.
Iemand kwam me helpen. Nu staan de dozen
op hun plaats. Ik…