64 resultaten.
Door één lief woordje zou zich laten winnen
poëzie
3.0 met 10 stemmen 4.584 Door één lief woordje zou zich laten winnen,
Door één gebaar of vriendlijke oog-opslag
Of door een luide open-heldre lach
Na veel gevlei's en zachtjes-aan zoet minnen
Ik, die droef-wachtend op des Levens tinnen
Melodieus zit klagend, naar de dag
Opstijgend glorieus, van wat eens mag
Bevredigen mijn ziel…
Elk kloppen van mijn bloed is een gebed
poëzie
2.0 met 25 stemmen 5.420 Elk kloppen van mijn bloed is een gebed,
Wanneer 'k de handen samen-vouwend smeke
Om één, Onkenbaar Wezen! - één, één teken
Van U, mijn God, mijn Eénge Heer, Die let
Op elke daad, gedachte of woord, o Het
Aller-aller-onkenbaarst Zijn, die 't weke
Bewegen mijner ziel hebt doorgekeken,
Hoe het zich-zelf in zich-zelf steeds verzet,…
MENSENWOORDEN
poëzie
3.0 met 21 stemmen 5.282 De mensen schijnen elkaar zeer te vrezen,
Daar zij zich steeds maar voor elkaar versteken
In woorden-weefsels, die geen hart doorbreken,
En in wier schrift geen mensen-hoofd kan lezen.
Zij liegen, die geen leugnaars willen wezen,
En zelfs, wie moedig wil de waarheid spreken,
Hij voelt de waarheid op zijn lippen…
O Dood-zijn, liggend in een kist
poëzie
3.0 met 9 stemmen 4.380 O Dood-zijn, liggend in een kist, verterend
Langzaampjes aan, o eeuwig-eenzaam stom
Klein stil gelaat, op 't witte kussen, kerend,
Schoon 't Liefste u smeken zoude, u nooit meer om.
O, Mensdom, dat niet wil blijven stil lerend
Van Uw-Zelfs innerlijkste Zelf, o dom,
O, dom ja, daar ge u-zelf vernerend, krom…
Zwak-burgerlijk en laf-lief levend Bussum
poëzie
2.0 met 6 stemmen 3.416 Zwak-burgerlijk en laf-lief levend Bussum,
Dat zijt een speel-vertrek voor slechte kinderen,
Daarheen verwezen, wijl zij dan niet hinderen
Konden de echt-grote mensen. Zeg eens, lust je 'em,
Dees donderende vuist? Ik zie, je kust hem,
Schijn-heilige gezichtjes en verslinderen
Van al wat echt in mensborst is. Kom, sust je 'em,
Uw…
't Was niet het op- en neerslaan uwer ogen
poëzie
4.0 met 17 stemmen 3.424 't Was niet het op- en neerslaan uwer ogen,
't Was niet het heldre lachen van uw mond -
Ik weet niet, weet niet wat mijn lippen bond,
Toen gij daar zaat, het tere hoofd gebogen,
Dat hoofdje, als een bloeme, zacht bewogen
Op iedre adem van de ziel: ik vond,
Ik vónd geen woorden in die éne stond,
Dat ooit…
Aan een pseudo-volksleider
poëzie
2.0 met 6 stemmen 1.827 Gij zijt een bruut en absoluut genieter
Van 't heerlijk Leven, waar het zich maar aanbood,
Maar zoudt gij even willen worden schaamrood
Omdat gij zijt bruut, absoluut verniet'ger
Van al het echte dat naar u zich saamgooit
Tot één groot mens-zijn, niet om te verdriet'gen
Uw zwak, klein zelf, maar om u te verniet'gen
U, mens, die…
Aan mijne moeder.
poëzie
3.0 met 14 stemmen 4.237 Zoals daar ginds, aan stille blauwe lucht,
zilveren-zacht, de half ontloken maan,
bloeit als een vreemde bloesem zonder vrucht,
wier bleke bladen aan de kim vergaan;
zo zag ik eens, in wonderzoet genucht,
uw half verhulde beeltnis voor mij staan,-
dan, met een zachte glimlach en een zucht,
voor mijn verwonderde oogen ondergaan.
Ik…
Alle Zeven
poëzie
4.0 met 6 stemmen 1.451 Met zeven nagelen lag Ik geklonken
Op dit zwart rad van marteling, mijn Leven, -
Want zeven Hárten zijn mij ópgeblonken,
In pracht van Jeugd en Vreugde's innigst beven.
In zeven dromen was ik zwaar verdronken,
Dromen van deemoed en van liefde-geven,
Die alle zeven weer in 't Niet-zijn zonken:
Daarom gegroet, mystiek getal van Zeven…
Als 't latere geslacht dees woorden leest
poëzie
3.0 met 3 stemmen 949 Als 't latere geslacht dees woorden leest, -
Want dit geslacht zal lachen om dit vers,
De zotte poppen van de pratte pers
In de aller-aller-eerste plaats, dán 't Beest
Voor niets méér dan een groot gevoel bevreesd,
Dat zich Beschaafd Publiek noemt, dat een kners
Hoort in een gil of klacht, en van elk vers
Rijm-zottertje maakt een familie-feest…
Ave Maria
poëzie
3.0 met 6 stemmen 2.435 Ik droomde van een kálme, bláuwe nacht;
De matte maan lag laag in mistig glimmen –
Maar hóóg scheen van de schemerende kimmen
Der klare starren wolkenloze wacht.
Toen, tussen maan en starren, rees Zij zacht –
Mij zoeter dan de Muze! – en scheen een schimme,
Wijl ’k om haar hoofd als diademen klimmen
En dalen zag der starren gouden pracht.
O…
Avond
poëzie
4.0 met 21 stemmen 2.843 Nauw zichtbaar wiegen op een lichte zucht
de witte bloesems in de scheemring. Ziet,
hoe langs mijn venster nog, met ras gerucht,
een enkele al te late vogel vliedt.
En ver, daar ginds, die zachtgekleurde lucht
als perlemoer, waar ied're tint vervliet
in teêrheid... Rust. Oh, wondervreemd genucht!
Want alles is bij dag zó innig niet.
Alle…
DE BLÂREN VALLEN ZACHT
poëzie
3.0 met 14 stemmen 3.224 De blâren vallen zacht...
Ik kan alleen betreuren,
Dat ik niet eens verwacht,
Wat eens nog kan gebeuren...
De blâren vallen zacht...…
De menschen dóen, maar weten niet waaróm
poëzie
4.0 met 3 stemmen 2.522 De mensen dóen, maar weten niet waaróm
Zij doen, en zitte' in hun eentjes te wegen,
Hoe zij het meeste van het leven kregen,
't Leven dat langs hen gaat en ziet niet om, -
Hopen en haken of er níet wat kom,
Voelen hun hartjes van blijdschap bewegen,
Stil in hun lekkere bedjes gelegen.....
Maar áls 't wat geeft, dan houden zij zich…
De sterfling zoekt
poëzie
3.0 met 9 stemmen 2.671 De sterfling zoekt—in 't eenzaam-zoekend zwerven
Naar 't licht, dat hel uit min'lijke ogen schiet,
De zilv'ren toon, die van twee lippen vliet,—
Een schijn der eeuwige schoonheid te verwerven.
Wee, wie die snel-gewiekte schaduw derven,
Geen menslijk woord, dat troost in 't hart hun giet,
Heil wie haar wint, die wenen langer niet,
Maar…
Dees ganse weerld moest liggen op haar knieën
poëzie
4.0 met 2 stemmen 1.565 Dees ganse weerld moest liggen op haar knieën
Voor mij niet, maar voor 't Hoogre, dat in mij
Niet gans zit, gans wit, maar Dat zich door mij
Wil uiten, wijl 't zich wil, en dat elk biedend
Wat elk klein mensje slechts verlangt, doch vrij
Blijft voor zich-zelf van andren, schoon verrieden 't
De meesten, daar zij zich niet voelen blij,…
Der mensen hoogste smart is wonderbaar
poëzie
3.0 met 12 stemmen 2.357 Der mensen hoogste smart is wonderbaar.
Zonder gelach,
zonder geween,
lig ik gestrekt,
beweegloos gestrekt,
starend en stom,
in de nacht.
Paarden-getrappel en wagen-gedraaf,
donkere vormen bewegen zich zacht
in de donkere nacht...
donkere vormen, zonder gerucht,
en ik zucht...
Paarden-getrappel en wagen-gedraaf,
paarden en wagen draven…
Doodgaan
poëzie
4.0 met 60 stemmen 6.074 De bomen dorren in het laat seizoen,
En wachten roerloos de nabije winter...
Wat is dat alles stil, doodstil... ik vind er
Mijn eigen leven in, dat heen gaat spoên.
Ach, 'k had zo graag heel, héél veel willen doen,
Wat Verzen en wat Liefde, -- want wie mint er
Te sterven zonder dees? Maar wie ook wint er
Ter wereld iets door klagen of door…
EVOË
poëzie
2.0 met 7 stemmen 2.954 Ik ga mijn leven in orgieën door
Van vol muziek en vreugden onuitspreeklijk,
Daar 'k ál smart in losbándigheid verloor,
Want dít lijf en mijn trots zijn onverbreeklijk;
Wijl achter me aan een óp-zich-drommend koor,
Heel 't schone lijf bewegend wild en weeklijk,
Luid-feestende optocht, danst en ik dans voor -
O, mijn los-voetigheid is…
GEGLIMLACH
poëzie
3.0 met 5 stemmen 1.390 De mensen doen, maar weten niet waaróm
Zij doen, en zitte' in hun eentjes te wegen,
Hoe zij het meeste van het leven kregen,
't Leven dat langs hen gaat en ziet niet om, —
Hopen en haken of er niet wat kom,
Voelen hun hartjes van blijdschap bewegen,
Stil in hun lekkere bedjes gelegen.. .
Maar áls 't wat geeft, dan houden zij zich dom:…
GRAF-PALEISJE
poëzie
3.0 met 11 stemmen 3.891 Ik maak van al de mensjes, die ik liefde,
Beeldjes, die 'k ópzet in mijn hersenkas, -
Bleek en beweegloos, als gebootst uit was,
Staan ze, - stil doden-huisje van mijn Liefde;
En slag op slag, die dit mijn hart doorkliefde
Is daar gegriffeld, aan de wand, in kras
Bij kras van letters, die geen sterfling las
Dan ik, - vreemd doden-boekje…
Ga niet voorbij, maar blijf bij mij
poëzie
3.0 met 9 stemmen 3.448 Ga niet voorbij, maar blijf bij mij, en voel,
Wat Ik voel in het diepst van dit mijn wezen
Dat niets dan Gij mij nog iets liefs kan wezen
En alles òm u - zonder u - zoo koel,
Zo leeg, zo vreemd dat ik mij-zelf niet voel,
Wen ver van u - en 'k wens om weg te wezen,
Weg van mij-zelf, in 't land des doods, doods vrezen
Vergetend om de vrees…
Geen tranen zullen op mijn graf-stee vallen
poëzie
3.0 met 3 stemmen 3.432 Geen tranen zullen op mijn graf-stee vallen,
Maar lachen onderdrukt-half, of zacht-luid,
En vele mensen zullen vuisten ballen
Tegen dit mens, dat dan niets meer beduidt.
Zij zullen elkaar aanstoten in zacht mallen
Om mij, arm mens, die sprak zó hooglijk-luid
In 't Leven Mijn, die leefde van geluid
Alleen, en van veel opstaan na veel vallen…
Geloven doe ik niets als slechts in mijns
poëzie
4.0 met 1 stemmen 891 Geloven doe ik niets als slechts in mijns
Diepst-innerlijke voelens Algemeenheid,
Die niet voor niets zo jammerlijk weg heen zijt
In eignen Zijn's, door niets aantastbare Eenheid,
Maar boven alles in God-zelf, die Zijns
Al-oppermachtiglijkste Wils geween leit
In dit arm kind, dat niets dan iets heel reins
Bedoelt tegenover al die…
Gij stápt met tóórnig ópgestreken zeilen
poëzie
3.0 met 6 stemmen 2.120 Gij stápt met tóórnig ópgestreken zeilen,
En kuif, parmantig in de hoogte stekend,
Uw toorn tot harde stukjes grofheid brekend,
Die al uw vrienden om hun oren keilen
Als nonchalante en ongalante bijlen... -
O, Schoonheids opperman, gij beukt uitstekend,...
Maar toch, woest slimmertje, die 't al uitrékent,
Rekendet ge óók uit de óórzaak…
Gij zijt niet slecht geweest
poëzie
3.0 met 18 stemmen 2.564 Gij zijt niet slecht geweest: gij waart slechts zwak,
Om niet in Mij te g'loven, die u liefde.
Gij waart een kind, dat àl zijn speelgoed brak,
Wanneer het langer niet zijn speelgoed b'liefde.
O, kind.... IK wàs geen kind! IK ben 't, die kliefde
Dit mijn schoon hoofd, zo sterk eens, tháns zo wrak,
Omdat ik niet met mijne grote Liefde
Alleen…
Gij zult niet met een kroon op 't hoofd
poëzie
3.0 met 3 stemmen 1.088 Gij zult niet met een kroon op 't hoofd in 't Rijk
Der Lettren zitten na uw dood, verdwaasden,
Gij knutslaars ijdlijk, die alleen maar aasden
Om eens te zitten, niet voor 't Volk, te prijk
Voor boeren, die dan zouden zeggen: ‘Kijk,
Dat 's óók een knappe dichter, maar 'k bereik
Er niets van, met mijn dom hoofd, 't zijn verraasden,
Die…
Homo Sum I
poëzie
3.0 met 9 stemmen 2.315 Ik was de gróte Minnaar zonder ruste,
Die ging hoog-heerlijk in triomf door 't Leven,
Jeugdig omklemmend in een stórm van beven
Al zielen, gróte en kleine, naar het lustte
Dit Hoog Hart, dat toch nóoit zijn droefheid suste,
Droefheid om Liéfde's wil, die géén kon geven:
Nu weêr om Zélf's wil, wijl ik zelf moest sneven,
Dán wijl ik…
Homo Sum II
poëzie
3.0 met 17 stemmen 3.518 Ik ben de Dúivel-god dier grúwbre oorkónde,
't Vervlóekte Boék van laffe deémoed, klein,
Die loert, die loert, koud-donker, donker-rein,
Of Hij die ménsjes niet verdérven kónde.
Ook Hij droeg fier, op 't lijf vol eeuw'ge pijn,
Eén matelóze, toégeschroeide wonde,
Dat alles had zó anders kunnen zijn. -
Zijn Zijn.... Mysterie, maar zijn…
IK HEB GELIEFD
poëzie
3.0 met 14 stemmen 5.736 Ik heb geliefd met het alinnigst wezen
Van mijne ziel zovele lange jaren
Lang, al wat daar heerlijk hoogschoon gerezen
Naast mij en om mij trok door het stage staren
Van mijn uitdromende ogen naar ’t rondwaren
Van schoonheid om mij, of niet een van dezen
De alenige onvolprezene zou wezen,
Die mijn zou zijn in de ongeboren jaren.
Toen kwaamt…