Niet stilte van je stem
omarmt dit land
of zwijgen van riet
langs sprakeloos water.
Behoedzaam adem ik wind
en later storm
bang voor wild geworden wolken
en hemel van blauw
als schuim gevlokt
golven breken.
Basalt geboord in duinzand
weerstaat je schreeuw
en waardeloos zeeafval
het eerste zand nog kleurt.…
Zand vloeit weg.
En dan is niets meer;
geen koude huid of
roestpulver van je ring.
Ik adem niet
de steen of ergens anders
het warm van iemand,
kleurloos van wind gevangen
vertrouw ik kloppend bloed
aan je hals.
Het ware kind in liefde
opgegroeid huivert als
mijn meesters aanslag
van hervonden letters
op de kille zerken krabben…
Waar gisteravond een luchtballon met aangevuurd gas
opsteeg, grazen schapen dromerig.
Bezwaard met druiventrossen kreunt het avondhout;
jij hoort het niet en tekent figuren voor waterlopers.
Eerder dit uur gebroken, is de oosthemel
waarachtig donker. Zijn wachters tijdloos,
kwetsbaar zonder hellebaarden, met het wachtwoord
onbekend.
En…