biografie: Jan Veth
1864 - 1925
Jan Pieter Veth, Nederlands prozaschrijver, dichter en kunstschilder (Dordrecht 1864 - Amsterdam 1925).
Als vriend en geestverwant van de Tachtigers werkte hij onder verschillende schuilnamen (Henric van Gooyen, Samuel, J. Staphorst, G.H.C. Stemming) als dichter en kunstcriticus mee aan De Nieuwe Gids. Zijn gedegen kritieken pleitten voor de erkenning van het Amsterdamse impressionisme waartoe hij als schilder overigens nauwelijks behoorde, maar ook voor velerlei andere vernieuwingsverschijnselen in binnen- en buitenland (Van Gogh, Derkinderen, Redon). Van groot belang is zijn reeks lithografische portretten 'Bekende tijdgenooten', eerst voor het weekblad De Amsterdammer (1891-1894), daarna voor De Kroniek van P.L. Tak (1895-1898).
Veth was zeer actief als verdediger van het bedreigde stedeschoon - vooral van Amsterdam (vgl.Bedreigde schoonheid, 1916) -, als bewonderaar van Rembrandt (zijn Rembrandt's leven en kunst, 1906, verscheen in 1908 in een Duitse vertaling), als redactielid van De Gids (sinds 1914) en als organisator van hulp aan vrienden.
Van 1918 tot 1924 was hij hoogleraar van het instituut waar hijzelf had gestudeerd, de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam.
Werken:
In het Rijksmuseum (1894); Kunstbeschouwingen (1904); Hollandsche teekenaars van dezen tijd(1905); Portretstudies en silhouetten (1908); Albrecht Dürers Niederländische Reise, 2 dln. (1918, met S. Muller Fz.); Beelden en groepen (1919); De zwerver spreekt (1920), p.; Een veronachtzaamd hoofdstuk uit onze beschavingsgeschiedenis der zeventiende eeuw (1928).
Inzendingen van deze schrijver
12 resultaten.ADORATIE
poëzie
3.0 met 7 stemmen 863 Ik heb een tempel in mijn hart gewijd
Voor uwe liefde, en eenzame uren lang,
In vroom vereren en devoten drang,
Ben ik daar bij u, wen gij verre zijt.
en als ik biddend daar mijn leed belijd,
Leeft heel mijn ziele, en meen'ge zang
Ruist door de hooggewelfde zuilengang,
In 't statig huis...
Ik hoorde stemmen van een vreemd bestaan
poëzie
3.0 met 4 stemmen 1.273 Ik hoorde stemmen van een vreemd bestaan,
Rondom in duizend geheimzinnigheden,
Géniën voelde ik zoetjes tot mij treden
En schuw op donzen voetjes henengaan...
Ik weet niet - zeiden zij wat zal vergaan?
Spélden zij wat daar kome na dit heden?
Brachten zij tonen uit een vér verleden?
Ik...
Wij weten niet vanwaar wij komen
poëzie
4.0 met 4 stemmen 667 Wij weten niet vanwaar wij komen,
Wij weten niet waarheen wij gaan, -
En enkel in vermeetle dromen
Wanen wij 't leven te verstaan.
Wij zijn getogen uit een duister,
Dat duizend raadselen omving,
Van vroeger uitgedoofde luister
Herleefde ons geen herinnering.
Op golven worden wij...
VERKENNING
poëzie
2.0 met 5 stemmen 1.041 Ik hoorde stemmen van een vreemd bestaan,
Rondom in duizend geheimzinnigheden,
Géniën voelde ik zoetjes tot mij treden
En schuw op donzen voetjes henengaan...
Ik weet niet - zeiden zij wat zal vergaan?
Spélden zij wat daar kome na dit heden?
Brachten zij tonen uit een vér verleden?
Ik...
In memoriam matris.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 343 Op vleugel-suizelen, in stille nachten,
Komt uw heraut, Herinnering, getogen
Door mijne geest, en spant zijn purpren bogen,
Tot dieper duiding dan de dagen brachten.
Dan zie 'k - o zoet signaal van verre wachten! -
Fata morgana van twee peinzende ogen,
Die uit een krans van lieflijk...
Op de oceaan.
poëzie
4.0 met 3 stemmen 492 De zee jacht òp een heir van vlugge kuiven,
Waar zilte zoomen van smaragd in schijnen;
Zij rimplen, rijzen, wentlen en verdwijnen,
In wisslend spel van schittren en verstuiven -
En in de branding van dat stage schuiven,
Laat golf na golf haar donkre diepte deinen, -
Tot indigo en...
De zwerver spreekt
poëzie
2.0 met 6 stemmen 579 Op stille tocht en eenzame ommegangen,
Voel ik mij dichtst bij die mij zijn gebleven
Als sterren in dit al te duistre leven,
En 'k leef in hen en ken geen vreemd verlangen.
Liefde is het louterst, die van brandend prangen
Noch bang begeren weet, - wier durend streven
Is: lichtende...
Stadsgezicht
poëzie
4.0 met 2 stemmen 795 Zacht in het vochte regenvlies vervloeid,
Staan plans van natte kleur, met kalme, pure
Contouren: donker-fonklend, ookre muren,
En daakjes van karmijnrood, dat stil gloeit
Bij 't fijne grijs der lucht, die klammig broeit.
De scheve dake' en...
SANCTE MARIA TER SNEEUW
poëzie
3.0 met 6 stemmen 954 't Veld was, na stille nacht, met wit belegen,
Wonderbaar vredig wit, wijd uitgespreid,
Gelijk een vlekkloos hermelijn tapijt
Zich over de aarde breidend, allerwegen.
Een zachte vacht van stille heimlijkheid,
Geruisloos van de hemel neergezegen...
Teedre formatie van een donzen...
ZELFGEVOEL
poëzie
2.0 met 3 stemmen 855 Ik vier alleen mijn ziele-sabbathsrust,
Kalm in mijn kamer binnen blinde muren,
In 't gemelijk genot van ledige uren,
Waarin mijn wrevel langzaam wordt gesust.
Zo zit 'k eerst lijdzaam en maar vaag bewust
een ganse middag voor mij uit te turen,
En proef mijn luiheid, dat zij lang moog...
LANDSCHAP
poëzie
3.0 met 3 stemmen 743 Hoe kwijnt in 't ronde 't vogelengerucht,
Nu de avond komt op vleuglen luw en loom -
Daar zinkt de zon in de vergulde zoom
Van 't verre ruim der ongerepte lucht.
Breed vloeit, - zoals dit leven in een droom, -
Het klare beeld van 't vredige gehucht,
In de' effen spiegel van de stille...
ACHTER DE WOLKEN
poëzie
4.0 met 5 stemmen 881 't Is of de schucht're maan zich wil omgeven
Met breder floers van zwaarder wolkgordijnen,
Nu ik het laatste schijnsel zie verkwijnen
Van 't zwanendonzen licht, dat was gebleven.
Maar zie, daar laat Seléne de ogen even
Weer weiden langs de wolkenlijnen,
Doch om weer even haastig te...