Wulps, heupwiegend en geil
houdt ze zich intussen vast aan beddenspijl.
Alles samengevat in dat ene moment
afgevoerd in een spierwit hemd:
chaotisch denkende gekte.…
Sprinters veren hun dijen los
Heupwiegend staren ze in het niets.
De geest: een luchtbel
De benen: een tijdbom
Ze persen hun zolen in het startblok.
De stilte voor het schot
Jaagt verkwikkend stof langs hartkleppen
Zegepraal is voor later
Na de schaterlach van de kampioen.
Ik kijk naar de kalklijn, witte gespreide vingers.…
vernevelde glinsterende slierten
die bundels maanstralen plooien tot volle zeilen van de nacht
voortgedreven door ademende winden uit streken in de verte
waarin de kern van het leven haar steven wendt naar bodemloos beseffen
Lokkend fluistert de opborrelende bron haar zingende golven karmijn
nodigt tot baden in broeiende diepte van haar heupwiegende…