110 resultaten.
LAIS CCXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 119 In de afgrond van de herhaling wordt
de herhaling de afgrond van het her
en der herhaalde en ’t herhaalde wordt
rot dan bovenop en in het verder
herhaalde, waar met nostalgie die er
niets toe doet, de mens het ziet als heelal,
en wij claimen het als heil maar het zal
herhalen slechts de code die het is:
kleur en wisseltoon, kosmische mal,
waarvoor…
LAIS CCIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 62 Het wordt verward met zijn verlangen daar:
er is een storm op handen, er is gas
dat smeekt om een vonk, er is gebrek aan haar,
een lijf dat niet rust, kennis die is, was
als ’t geweten van een genomen pas.
Vingers verdwalen in haar zilte woud
en dwalend maakt het haar tong vurig koud.
Het roert gevoelens open die het mist
doorbreekt samenhang…
LAIS CCXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 45 Er was gebrek, onleefbaarheid. Het werd
woest weer verliefd. “Jij geeft geen zier om mij!”.
Haar schater klonk in schichtigheid van hert
(een godheid glijdt er af, teloor, voorbij).
Het ziet haar lijf, de ziel kan er niet bij.
Heur haar streelt thans haar naakte schouders daar
waar handen ijlen naar zijn handen maar
het komt niet aan. Een hese…
LAIS CCXXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 De klok tikt en meet de oneindigheid
die de dag verhardt en het uur verstilt.
Vier jaar maar, fluistert de verbetenheid.
Millennia waren zij jager en wild
en ’t nadert nu, gekleed als zij in vilt.
Ze speelt graag zee en weigert de rivier.
Zij schenkt het niets met tranen van plezier.
Haar zucht verlucht de geur van een ander,
doch in dit zilte…
LAIS CCXXXVI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 52 In de pit van het zwart voltrekt het niets
dat het wordt zich volkomen, uitgeklaard,
ontdaan van de obsessie met elk iets
dat het niet is, en stilte openbaart
zich in het eindeloze, onvervaard.
In ’t git van het wit verhardt het gebrek
zich tot een kauwen op de lege bek:
niets wordt zo materie, materiaal.
Het maalt zich stuk voor haar, offreert…
LAIS CCXXVII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 55 Van een verzengend mystiek gegeven
wordt het ontvangstantenne als zij lacht.
Stroeve droefenis, het buitenleven
verstoort te bruut die zwarte hemelpracht:
’t Maakt zwijgen aan, dat elk spreken versmacht.
Het was bij haar en vroeg, zij gaf wat loog,
maar ’t was eerst hij die zich met haar bedroog.
Gevangen nog in flarden van een hels betoog,…
LAIS CCXXVIII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 59 Guirlande is de kronkel in heur haar,
spiraal van zwart in goud, en haar gelaat
vertaalt de wouden in haar zwijgen daar,
het ogenblik waarin zij leesbaar staat,
maar zij getrouw hem haar niet lezen laat.
Het ziet hen wel, maar wacht daar het haar kent.
Het is geen ik, zo’n vent die langzaam went,
maar wel bekend met wat er is, bestaat.
En zij…
LAIS CCXXIX
netgedicht
5.0 met 2 stemmen 47 Het danst omdat er leven is maar nee
de dood heeft hem nu gans omkranst, verniet
en in het duister sterft het zachtjes mee.
Het hoort de stilte toeslaan op zijn lied
met leed dat het verweesd toen achterliet.
’t Wordt ook omstandigheid van zijn bestaan.
Het ziet zijn schaduw in de volle maan:
leegte loopt leeg in wat al leegte was.
Zij had voor…
LAIS CCXXX
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 48 Dit is dus waarop het heeft zo lang gewacht.
Dat het hier was, is, en zich leven laat
voor wat het voelt, dat zij het hiertoe bracht,
dat het druipt waar zij ledig lacht en praat,
dat zij humaan werd en dus vol van haat.
Het laat zichzelf als niets verdwijnen en
ontbindt de zang tot aardig lied voor hen.
Het wordt wat lucht, of water waar zij…
LAIS CCXX
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 47 ’t Verlangen loopt verloren in een land
dat nergens is, niets dat niets betovert.
’t Beminde reine snelt van hand naar hand
en de stilte die het nu herovert
is geschrift dat enkel schrift verovert.
Het ijle vliedt het lege in, verdriet
lost op in pijn en leed verdwijnt in ’t lied
dat niemand lezen wil, dat niemand schrijft.
Zij is haar niemandsland…
LAIS CCXXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 83 Het schrijft haar neer: zij daalt in binnenrijm,
haar huid is volle glijvlucht vederklank
die in stralen spreekt. Zij is hun geheim.
Het bergt haar naam in bladen zilverrank,
haar letters druipen, nat van minnedrank.
Men mag haar lezen hier, maar de woorden
worden sluiers, knopen letterkoorden
tot alle tekst in haar gevangen is.
Later kan het…
LAIS CCXXXIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 70 Het raakte haar: de woorden schoten los
van elke zin en letters verdwenen
in de flits van genot: ring in het bos
waar niets nog ademde. Zacht het wenen
van de nacht fluistert heel allene
dat het ene is verdwenen. Heilsfeit:
de eeuwigheid spleet open in de tijd.
Verlangen had het uit zichzelf gebracht,
verleden tijd die niemand hem benijdt.…
LAIS CCXXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 Het raam. Rondom raast hongerig de storm.
Het zag haar dolen in het huis dat huilt.
Het vrat zich door de tijd heen als een worm.
Lust is wanhoop waarin angst zich verschuilt.
Het schone heeft zich met zichzelf vervuild.
Alle wegen lopen dood in Rome.
De mensen zijn doden die nog dromen.
Een wolk scheurt weg, de straal verbindt het oog
met…
LAIS CCLXXXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 83 Gans de wereld liep in het verloren,
alles dwaalde, wemelde en het zocht
vergeefs zijn plaats, lichamelijke sporen,
maar de tijd had het slechts dood verkocht.
Elke zang zonk weg in het grauwe krocht.
Alles van waarde is gratis. Ik geef
voortaan dus maar mijzelf weer prijs en streef
als iedereen het zachte sterven na.
Voel je mijn klank? Zie…
LAIS CCLXXXIX
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 66 De ochtend breekt, aanhoor mijn schittering:
scherven met lijfelijke resten, klaar
licht, ijzig brandende herinnering.
Zotte maan, haar zweten, het rosse haar,
het droge ja (je hebt toch geen bezwaar?).
't Niets niest. Niets helpt goed. Ik kan 't ermee doen,
een vet verhaal dat eindigt in een zoen,
vrouwentongen om te likkebaarden,
passie tussen…
LAIS CCXC
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 63 In Onterecht woon ik, en Nergens ga
ik ’s zondags heen: die ene dag van licht
telt de weken duisternis en week na
week vergroot in mij ’t gruwelijk inzicht
dat ik ontbonden word en zonder zicht
op toekomst, bij ontstentenis van hoop
vernauwt aldus mijn nare levensloop.
Mocht morgen mij alsnog jouw beeltenis
d’ ogen schroeien, dan wordt mijn…
LAIS CCXCI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 50 'k Zie de stemmen en de melodieën
strak verstrengelen tot bazuin en klank.
Eén toon verbrijzelt alle elegieën,
't geluk, 't gegeven leven zonder dank.
Negeer vertwijfeling, blaas weg mijn stank,
kots mijn denken uit in 't hopeloze,
breek de oude ketting van het boze,
verzet mijn hart tot slag in het gelid.
Mijn lijf is offerande, verkozen
word…
LAIS CCXCII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 83 In eindig licht zie ik de ondergang
bewegen van verlangen naar de dood
en stilte sneeuwt haar wonderlijke zang:
“o dwarreling, gebrek aan deel of nood,
het ruisen van uw wit vergeet ik nooit”.
En handen plooien rust in de handen.
En aarde onttrekt zich aan de landen.
En zeeën ruisen als een zijden kleed.
En stormen vuur verglazen de stranden…
LAIS CXLVI
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 43 Schrikbarend sluit het lot de schemering
gans dof en lusteloos het nachtvel in
en aan het grauw van die ontluistering
voegt zij nog wreed naar waarheid toe de zin,
dat alles weerloos sterven moet daarin.
Er rest ternauwernood herinnering:
haar beeld verwrongen door een woekering.
Zij wringt zich daarin om en om en vrij
en scheukt…
LAIS CCXIX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 69 Nu het zich weer in stof en as vergaart
en droog de rauwe brokken haat verslikt,
nu het vonkt als het maar van haar gebaart;
en het op de feiten foute data hikt
en bij de pantomime lacht en snikt,
omdat het weet dat alles toch vergaat,
nu zij in het en overal bestaat,
nu het heet haar vuur door zich voelt varen,
nu is het weer bij doem tot…
LAIS CCCVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 92 Straks versteen je weer in mij, doods en kaal,
een teken in een wereld van tekens,
zuiver gefluister in de dodentaal,
restbeweging onder honderd dekens,
naam van het niets, herhaling die telkens
mij roept maar zonder klank in dit bestaan.
Ik wil jou voelen, nooit van mij vandaan.
Ik hoef dit zonlicht niet, ik wil duister,
het droeve donker waar…
LAIS CCCXV
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 88 Jij, de korsten ik op jouw afwezigheid,
het verdwijnen waarin genadig blijkt:
onwetendheid, mijn onmacht en het respijt
dat niemand krijgt. Jij die nooit op jou lijkt,
een schelp waaruit de zee verdwenen is,
mijn hand waarin jouw weigering verzuurt
en hoe vervloekte liefde verder duurt
terwijl ik grijp en hijg en mij verzwijg.
Heb ik verlangen…
LAIS CCCXIV
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd. 78 In de ondoordringbaarheid van mijn zijn,
het artefact dat jij als mij aanschouwt,
terwijl ik nergens ben, ontsta in pijn
als sparteling, terwijl jij muren bouwt
rond het gras met de walg die mij vertrouwt,
in het matte zwart van jouw stalen as
waar alles is, en blijft, dat er nooit was,
in't git waar niemand nog mij raken kan,
waar niemand mij…
LAIS CCCXIII
netgedicht
2.0 met 1 stemmen 72 Waarheid, die wervelende verveling
die ruwer steeds te diep in mij ontstaat,
dat ik erbarmelijk te wiegen lig, zing,
lezing na lezing mijzelf ontdoe van haat,
haar in mijn vervoering breng, in 't gelaat
de verschrikking ontwaar van haar schoonheid
en in mijn stem haar onnavolgbaarheid
omwikkel met het naakte van mijn taal,
de galm ervan in letters…
LAIS CCCII
netgedicht
3.0 met 2 stemmen 88 Mistroostig de kale takken reiken
van het zuigende naar de grijze lucht.
Geen ene plaats is nog te bereiken
want het zicht is van mijn stilstand vlucht
en klank versmelt tot onleesbaar gerucht.
Jij, trilling in mijn vingers, maakt je haar
los en schittering daalt neer, godsgebaar.
Ik was er niet, weigerde, was niet klaar.
Ik ben er nu, solitair…
LAIS CCCVI
netgedicht
5.0 met 3 stemmen 60 Van haar lijden wil ik jou vertellen,
(mijn hand ging door de weelde van heur haar)
van haar nacht waaruit bij dag wil wellen
in etterwonden al het schone daar
(ik zoog haar pijn, 't verhaal werd zo gebaar).
Ik wou haar geven jouw astrale glans
(het kleed viel uit, wij speelden darts en dans)
en de lust verdween in het bewegen
(ik wou haar…
LAIS CCCIX
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 Ongenadig licht, door huid en handen heen.
Lente heerst wrang, maar ik heb in tranen
jouw lied bewaard, door alle lusten heen:
kristallijne weerschijn, vrij van wanen,
gelouterd door elk feit van het gedane,
eisende slechts 'n gebed om de aarde.
Deemoedig mak schuilt wat ik vergaarde,
stralenschicht in 't stof van kathedralen,
zachte wens van…
LAIS CCCIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 49 Schoon wordt nooit een ding van goud of lood
waar starre ogen hebberig naar staren.
Schoon wordt nooit een mens die je stil en dood
en ingelijst op foto wil bewaren.
Schoon is niet wat ik voor jou vergaren
kan, dat heb ik als een bloem al stuk geplukt.
Want schoonheid wordt door hebzucht onderdrukt,
haar parel met de taal van ’t zijn besmeurd…
LAIS CCCV
netgedicht
4.0 met 3 stemmen 105 Sinds ik mijzelf in jou verloor, wen ik
snel aan elke weersverandering.
Voortdurend met geheim omhuld ben ik
alleen maar blij met wat verheldering,
want in dit zijn vind ik geen zekerheid.
Ik schrijf mij niet en jij niet jij en wij
lachen in dit plagendal elkaar voorbij.
Het eerste cijfer mijner ontstentenis,
jouw hemelstraal, gaat nu aan mij…
LAIS CCVII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 48 In de zoo van mijn verlangen heeft g*d
de tijd nu afgezet: het is erg stil.
Rozig ruist de hel. Ik kom niet tot
besluiten, weet niet langer wat ik wil.
Voel jij mij beter, dieper hoe ik tril?
Verhult jouw hand in mij de dromen?
Mijn lijf wil uit zijn grenzen komen,
vrijheid wordt er mij en haar ontnomen
en alles wuift vergeefs als hoge bomen…