Eerst kijk ik naar de man aan het tafeltje
dan naar het raam van het strandcafé
stil als een foto, witte lijnen om de ruiten
die mijn aandacht vasthouden
zo mooi dat het me niet verveelt -
het wit! het licht! de vlakverdeling!
Ik raadpleegde de wijsheid
van het internet: Waarom
zijn foto's nooit saai?
en kreeg gerijmelde gemeenplaatsen…
Ik dacht dat ze ginds in de struiken sliep
En 's avonds héél zwakke mensen riep
En zaaide in de ziel, waar onkruid gedijt
De zaden van twijfel en zelfverwijt
Tòch had ik haar lief en vóór elke nacht
Heb ik haar trouw aan m'n venster gewacht
Tot ik in het heilige der avonden las
Dat schemering niet uit den boze was.…
Waarom werden ze eensklaps stom,
roepen, op Zondagmorgen
ons niet meer naar Gods heiligdom;
troosten niet meer de benauwde
zielen, zingen zo zacht
voor hen, die doorweenden de nacht
hun troostlied, het lang vertrouwde?’…
Hij herformuleerde Aristarchus' theorie
En grondvestte aldus de moderne astronomie
Zodat er een nieuwe ideeënwereld naakte
Die aan ons bijgeloof een einde maakte
Met zijn planeet die om een ster heen draait
Heeft Copernicus ons gedachtengoed verfraait
Waardoor de wetenschappelijke tijd aanving
En de kerkelijke macht ten onder ging
Nu zitten…