Totaal alleen gelaten op een dievenpad
Met mijn onvervreemdbaar beeld
De waarde wisselend ingeschat
Wanneer een spiegel letterlijk verdeeld
Die weerkaatsing wil van alles zijn
Dubbel ongenaakbaar echt
Alle drama uitvergroot in ’t klein
Bevestigd en tegelijkertijd weerlegd
De persoon is een absurde afgrond
Als onmiddellijk verhaal
Gelukstreffer…
Verbleekt maar
ongelofelijk rein, dat
woord is vol en stil en waar
genoeg, taalgrenzen voorbij
toen je er naar vroeg,
ligt een toekomst buiten mij,
die jij aan de liefde opdroeg .…
ik,
wie het vindt mag het
roepen wat alle pagina’s
beslaat uit woordenboeken,
wat ik lees is lopend vuur
verliefdheid zó heet, dat
de dood ontdooit en waar
mensen gaan, de haat
verbleekt, tot er zinnen
vallen, als bladeren
gestorven zijn in beide
handen, verbleekt maar
ongelofelijk rein, dat
woord is waar en stil
genoeg, taalgrenzen…