Zomerkinderen
netgedicht
Weet je nog, Jetje, die middag, hoogzomer,
jij onder de linde bij de hofpoort
met het spel van licht en schaduw op je
grote ogen, lievrouwkesblauw
en over de gouden sproetjes langsheen je neus.
Je lachte verlegen en boodt me een mandje
met kersen die geurden naar zomer en spijt.
We bloosden verlegen wat om ons kleine geheimpje.
Die middag…