(na het Dickens festijn)
enkele dagen voor Kerstmis
bij een wandeling
door het oude Deventer
zie ik Achter de Broederen
een zwerver iets eetbaars
uit een afvalbak halen...
als een geroutineerd acteur
in een eenakter maar dan wel
een non-fictieve scene
uit een kerstverhaal van Dickens…
Gebroken Liefde,
Het voelt eerst als de hemel maar dan als de hel
Telkens als ze hem vertelt
Hoeveel ze van hem houdt
Reageert hij hard en koud
Hoe hard ze ook naar hem smacht
Hij heeft de macht
Ze wacht en ze wacht tot hij nog eens naar haar lacht
Maar hij is zoals een koude en donkere nacht
Ze wilt hem niet kwijt en terwijl ze er om lijdt…
als geesten bij Dickens
is mijn kroost op pad
bij tijd en wijle,
wanneer de klok twaalf slaat
bezoeken zij mij nog eens
ondraagbare zware ketens
vergezellen hen,
de last van hun verleden
toch verlenen zij mij
een status, onaantastbaar
als mens die leeft, uniek
met bagage, maar wie heeft die niet?…
Halverwege komt hij op, welgesteld
En grijsgetint, en cynisch als Dickens’ vrek,
Weggezet door Oscar Wilde als iemand
Die wel kosten maar geen waarden telt.…
zal ik verder voor u inkleuren:
het tableau van het après poëtenspel
de vertrokken koopman
uit mijn geliefde Mokum
de pianoman met de hoed
dames van allerlei pluimage
zelfs uit Den Haag
al dan niet lyrisch
door Spa plat geraakt
zij werden door de kok
met spaghetti
en gebakken piepers
met marginale vitaminen
inwendig vermaakt
Dickens…