als mijn moedertje huilt
is het meer schamen om verdriet
huilen is haar niet geleerd
dat doet een moeder niet
zachtjes schreien dat mag wel
stilletjes in jezelf
daar heb je dan een zakdoekje voor
en een flesje 4711…
toch weer met de geur van gisteren
het neusje weemoed in de maak
het vleugje deemoed voor de spraak
een rondje tranen van de zaak...
het flesje heimwee naar weleer
destijds hooguit nog voor een knaak…
Een boek; een bijl voor de bevroren zee
Die ik tijdens mijn leven in mij droeg
Een oceaan die zoveel aandacht vroeg
Enkel Milena leefde werkelijk mee
Mijn 4711 zou overlijden
In Ravensbrück; ze had iets aan een nier
Ik was allang gestorven, zocht vertier
In ‘t schrijversparadijs aan gene zijde
Waar ik al mijn verloofdes terug zou zien…
uitgelaten scholieren
Verstillen tot bruidskinderen
Witjes daalt confetti neer op bagage
En gotiek, als we de trappen nemen
Naar het portaal waar het geestelijke wacht
Eenmaal buiten vang ik verrast het boeket
Van altijdgroene naalden zwemend naar hars
Aan het bruiloftsmaal- gluhwein, braadworst
Chocolade en gasten, geurend naar 4711…