In tijden van eenzaamheid
en eerlijk - die bedekken genoeg
hoewel ik vroeger minder
onzin te bepeinzen had
sluip ik nog steeds
als een bange wezel
door het bos
op zoek naar mijn paleis
ren ik gejaagd
over modderpaden
zolang de tijden eenzaam zijn
in mijn oude oorlogsbunker
klein konijnehol.…
ze verschuilt zich
in een verlaten
apenbroodboom
achter de wortels
vindt ze in de holle
baobab haar onderdak
oud en naamloos
verborgen in een
Afrikaanse boom
ze zwijgt als het graf
een gesloten deur
de bosbewoners weten
weten dat ze haar
moeten verzorgen
en aanbidden
ze is immers een
bosgeest verzonken
in verlatenheid…
weeklagend om de dode stronk
dansen blauwe nevelvrouwen
op klanken van een herfstsonate
langs violen en bosgeesten
vlechten zij schimmeldraden
doorheen het vermolmde hout
wentelend in bladerwater
zullen zij mossig vergroeien
in de plooien van het woud…
In 't oude eikenbomenbos zoeken prachtige herten
onder droef bewolkte luchten, mistige verten
naar wat ingedroogde vruchten, eikels, noten
alles wat eetbaar is, en niet in droom gegoten
nu honger zo noodlottig kan zijn, kou is ingetreden
zonneschijn een groot gemis, ‘t winterlicht verschenen
in ’t oude bos van schimgezichten en bosgeesten
eten…
De koude duisternis voert een stille strijd,
hangt over het woonoord van een bosgeest.
Schuilt onder zwarte dennen een schimmig beest,
dat mensen aanspreekt, naar het moeras leidt?
Weldra dwalen in dit wonderlijke woud...…
Bosgeesten verzamelen zich,
en je hoort de harten van de bomen slaan.
Ze verspreiden zo hun liefde,
en geven het ritme van de sferen aan.
Madeliefjes richten hun hoofdjes op,
vanuit het mosachtige gras.
Twee paar vioolblauwe ogen,
Kijken nieuwsgierig vanuit het struikgewas.
Dan is het stil………….
Iedereen houdt de adem in.…