Gedragen door het gebeier
Van klokken die de eeuwen
Hebben doorstaan, en die
Ze hier aan onze voeten leggen,
Lopen we richting dodenakker
Met links naast ons het bloeiende
Witte knollenveld, hartstochtelijk
Beschenen door de altijd levende zon,
En recht voor ons
De loerende schaduw
Van de dood…
In liefde opgedragen aan Anton
Onder mijn huid
Zit je, dicht onder
Mijn huid, snaak
Met mongoolse ronde
Oogjes, kwetsbare
Kleine vingertjes
Die zo vaak ons
Aan het lachen
Hebben gebracht
Jij die niet onecht
Kunt zijn, en nog nooit
Iemand heeft bedrogen
Want je bent honderd
Procent jezelf, en vanaf de
Dag dat je geboren…