Natuur is vaak een zegen, soms een vloek
De hoogte van het water is kritiek
En ook al raakt men weer niet in paniek
Er komt nu hulp uit onverwachte hoek
Ik steek, verklaarde kardinaal Wim Eijk,
ook dolgraag eens mijn vinger in een díjk…
De biograaf van Buddingh’ was in Dordt
‘k Zag Jörgen Happs, de gringergoriaan
en Krips O’Kraps zo oergezellig staan
Ze aten bozbezbozzel van een bord
De blauwbilgorgel riep geheel verbijst
Is er geen knezidon of rimmelrijst?…
Hoera de Dordtse magistraat
Heeft het besloten Jan Eijk krijgt zijn straat
Nou straat, een steegje waar
Je nog niet dood gevonden worden wilt
Aan hem voor wie geen weg, allee of laan
Geen avenue, geen plein, plantsoen, poort, dijk
Baan, bolwerk, dreef, haven, kade, gracht te groot zou zijn
Wordt minder dan een voetnoot toebedeeld
Maar aangezien…
Der keerlen God was Floris V
als graaf
Beschermheer van de telers
van het zaad
St. Barbara, ooit steun en
toeverlaat
De patrones van 't proletariaat
Wie op haar hulp kon rekenen
en raad
Vond medestanders tegen al
het kwaad
Een bonte stoet van outsiders verslaafd
Aan gokken, drank en vrouwen,
veelgeplaagd
Edoch, hoe zonderling…