In het nachtelijk geflonker
van de lichtjes die je ziet
hoor je zachtjes in het donker
de klanken van het engelenlied
de gebroken stilte die ik vind
doet mij denken aan het kind...…
Ontevreden ben ik Heer
over het kwade wat ik deed,
geen vrede heb ik meer
met dat wat ik vermeed,
ik zou graag vrede willen
maar alleen lukt mij dat niet,
neem Heer de onvrede van mij,
U, die de echte Vrede biedt,
de Vrede van Uw Engelenlied.…
is zoveel geschreven
na die nacht is dat gebleven
tot hemelse pracht is hij verheven
engelen zongen daarbij hun lied
Weer horen wij wat wordt verteld
over een wereld vol geweld
een wereld ook met vriendschap
een wereld die steeds verkleint
Toch blijft die blijde boodschap
voor wie het wonder ziet
klinken tot het eind
als echo van het engelenlied…
het winterparadijs
Door het onverklaarbare in U gevoed
Zingend met ‘t hart naar boven door een blij gemoed
Het addernest uitgeworpen dat op eieren broedt
Tussen hersencellen gelegd in ‘t verzwaard gemoed
Klinkt Uw stem in de stilte van de donkere nacht
Dat de Heiland is geboren uit Davids nageslacht verkoren
Geef dat wij horen het engelenlied…