FAUSTUS
gedicht
Er was een man die verzen schreef,
en drie keer duizend had geschreven,
tot er hem niets meer overbleef
om nog te schrijven of te leven.
Hij zat daar, grijs en zwak en ziek,
te mummelen en stil te wenen;
toen hoorde hij wat hoornmuziek,
en rees voor God gauw op zijn benen.
Blijf zitten, zei hem moe de Heer,
Ik kom maar even met je praten…