Toen u mijn zuchten steeds mijn liefde kwamen melden,
Die ik herkomstig zwoer uit uw volmaakt gezicht;
Toen ik geen godheid had dan u en 't minnewicht,
Die ik tot Afgoôn van mijn ziel en zinnen stelde.
Toen ik in proos, en vaars uw grote glans vertelde,
Die ik veel schoonder vond dan 't hemels zonnelicht.
Toen mij de weedom van een dodelijke…
Toen ik u lestmaal, by de leliën en rozen
Zo helder pronken zag, en met zo purpren bloos,
Zo dacht mij, dat uit spijt de roos verbleekte in 't blozen,
En dat meteen uit schaamt' de lelie wierd een roos.
Zo doet uw schone verf de roos en lelie duiken,
En maakt dat in uw hof, uit hartzeer en verdriet,
De bloemen altemaal verdorren op…