Dostojefski wankelde door de kamer;
we zongen de Matthäuspassion van buiten,
onthulden verrukt de Negende,
doorgrondden de wereld
met rechter elleboog op linker knie,
voelden ons vertrapt in de burgers van Calais
maar grepen naar de zon
met de voorpoten van de sfinx
en spraken in kleuren van Rembrandt
in tongen van vuur.…
toen de hoge stem
van de castraat inviel
werd het doodstil...
de angst was merkbaar
in het publiek
men besefte maar
al te zeer dat het laatste
uur had geslagen…