ik laat de lente
in mijn handen spelen
wanneer ik een gedicht
op het linnenwater teken
over vlinders die gaan slapen
onder de verlegen schaduw
van onbedwingbare woorden
die ik zachtjes als nevels
uit mijn ogen laat stromen
naar de duizend stappen
die ik dans met jou
op een lichtsluier
van je lach
eindeloos mag ik zijn
in de dauwdromen…
Wit Wiefke, jouw plaats is
bij jouw warrelzusters
heidepoelen zijn je thuis
een jonge man verdwaalt
wordt betoverd door gratie
van de neveldans
hij imponeert jou
door zijn sprongen en zijn blik
je volgt hem naar de mensenwereld
verblind door machtswellust
verwaarloost hij jou, zijn buit
ontrukt aan het moeras
je wendt je af, je…