gedraagt zij zich, Corona
Incognito als ongetemde roos
Mysterieus en zonder blik of bloos
In wilde drang haar weg gaande sub rosa
Als schicht boort zich haar blik in mijne ziel
Haar zoete glimlach en haar gouden lok
Lang is de mijne, doch háár korte rok
Is niet waarvoor de satan in mij viel
Het zijn haar buitensporig grote maten
Haar schaamteloze…
Wie zult gij horen, wie vertrouwen,
Indien gij hem uw hart ontzegt:
Ach, prooi van schaamteloze vrouwen !
Verhangen in een hoerevlecht!
Terug! schuw de ontucht, schuw de lippen
Wier boord van enkle honing vliet,
Maar die 't verderf in 't hart doen glippen;
Wier tong een giftige angel schiet.
o Laat haar arm u nooit omvangen!…