En Eindlijk
Komt hij in Oud-Stavoren neer.
Want, ja, wat die goede Schokkers
In hun eenvoud steeds hebben beweerd,
Dat is waar: de verdronken koopstad
Bestaat nog ongedeerd.
Haar muren zijn nog stevig;
Haar torens zijn nog hoog;
Slechts is er alles drijfnat,
Wat er eenmaal als kurk was zoo droog.…
onder een donderhemel
korenhalmen in gouden baren gaan
wijl magen van de armen krompen
de wind langs zwarte luchten gromde
waarschuwde een bedelaar, uw spilzucht
wordt uw dood, in armoe zult u leven
niemand, nee niemand schenkt u brood
zij lachte, haar schepen voeren uit
om als wrakhout weer te keren
turend over zee, in de haven van Stavoren…
En de ee van dokkum
En de lauwerszee
Lag ongelooflijk
Lang gelee
Bij eb een massa
Vissersgoud
Garnalen
In de waddenzee
Bij hoge vloed
En storm op zee
Werd grasland nat
En minder zoet
Dan vluchtten friezen
Zwaan kleef aan
Door pompeblêd
Eerst naar de wielen
Terp noch ward
Viel meer te kiezen
Hoe groot de plas was
Bij stavoren…
Hier maakt men constant zouteloze grappen
de griep is daar, vergaat van lieverlee
snelle jelle kluunt met max verstappen
bij bredero, ruïne aan de zee
Het land van saeftinghe achter stavoren
valt droog, ligt braak, verzwolgen onder duinen
't ros van tonningen dringt zich naar voren
om langs de kalme vloedlijn te gaan struinen
hier…
I
De Harlinger stoomboot schommelt
Over de Zuiderzee
Van Stavoren naar Enkhuizen.
Een dichter schommelt mee.
Kwijnend rust op de verschansing
De zangrige elleboog.
Glazig staart naar Friesland
Het bleekblauw poëtenoog.
Soms is 't of een klaaglied
De schampre lippen ontstijgt.…
Een streepjescodepiet uit
Siddeburen,
Wiens naam hier evenwel niet doet ter zake
Die hou ik stevig klem tussen
mijn kaken,
Kwam aan in Staphorst, maakte overuren
Waarom toch koos zijn baas niet
voor Stavoren
Enkhuizen, Hoorn of Medemblik, Blokzijl
Daar wordt zijn komst gepast gevierd, in stijl
Oud hoeft geen nieuw succes meer aan te boren…