MOOK
hartenkreet
Op een zacht glooiende heuvelhelling
aan de vriendelijk stromende rivier
bezingt het vredige dorp, trots blij vertier,
wrede, langverstilde krijgsbeleving.
Het verleden van zijn knusse omgeving
kent het sluwe, menselijke roofdier:
bloeddorstig, soms eerlijk, zwaaide de banier,
hopend op roemrijke overwinning.
Door de straten ademt verjongd…