Blijf af van de vruchten van de walnotenboom,
schud niet aan zijn takken en zijn stam,
wie zich de vruchten toeƫigent, wie beslag legt,
liefdeloos, die zal het niet goed gaan.
Wie de walnotenboom pijnigt, zal omvallen.
Lang leve de walnotenboom, moge hij leven in vreugde.
Hij is de eenhuizige rijkdragende.…
Een wijze walnoot
groent onder de zomerzon
bruint in het herfstlicht
Een jonge walnoot
in de bloei van zijn leven
een en al frisgroen
Stam in zilvergrijs
hier en daar donker gegroefd
jong van geest, nog steeds…
Vandaag mocht ik jou zien,
daar onder die walnotenboom,
je verzamelde wel negentien,
jouw voorspelde toekomstdroom.
Huppelend over het groene gras,
noot per noot, heel verdacht,
ik glimlachte "wat 'n grapjas",
met zijn mooie uiterlijke vacht.…