die 't moeilijk heeft en dankzij baggerklei
en meidoornheg z'n leven nog mag rekken
totdat de logica van de overmacht
van inklinken en leegschrapende wind
het laatste en langste lacht.
-------------------------------------
uit: 'De wierde van Wierum', 2010.…
De daken en de toren
ze schuilen achter een buik
die bol van bescherming
het zwarte teer
keer op keer meegeeft
aan de ganzen
aan het tij
aan mij
aan u
om 't jongste van Wierum
te behoeden
voor het oudste water
terwijl het hek nimmer opent
maar toch niets tegenhoudt.…
De schelpen zijn een weg
naar Santiago de Compostela
hier in Wierum.
Onwennig liggen zij op
dit eiland zonder branding,
zonder zon. De gloedgele bol
is een roestrood hek, tralies
om het leven.
Mijn liefste!
Mijn medepelgrim van de Weg.
Bewonder mijn vleugels.…
Binnen klinkt het gezang devoot
over zee, aarde en de wolken
buiten zwerven als zigeunervolken
de zwermen over plas en sloot
Onder de gouden haan galmt het gebed
‘Uw wil geschiede en geef ons heden’
de vogels vluchten naar het verleden
over hoeves, kerken en een torenflat
Een dijk waakt over Wierums weiden
God over mensen, vogels…
ik schater
mij schuimend, bottend, brandend, stormend naar de
vier elementen die zich zingend mengen
met mij, de lichtste, aether, als hun hemel
die schedeldak mag vullen met gewemel
van wormen, rijmend kronkelend in strengen
ten slotte is mijn vruchtbaarheid mijn waarde
-----------------------------------------
uit: 'De wierde van Wierum…