Op mijn dooie gemak, zeg maar dooie akkertje,
struin ik langs het water kijkend naar de schepen,
de vissers, de meeuwen, de golven.
Op mijn rustige dooie gemak vervolg ik mijn akkertje.…
Kamer die volledig
Over de kop is
Geweest, vloer,
Wanden en plafond
Van boven tot onder
Gekuist en gereinigd,
Alles schoon en fris
En dan jij, lief klein
Diertje, symbool van
Vrede en verdraagzaamheid
Die op je dooie akkertje
Een wandelingetje maakt over
Het snoer van de schemerlamp
En glimlachend ziet
Dat het goed is…
Dat loopse katers je huis
markeren met bittere geuren
een vieze lauwe lentebries
door de veehouder verpest
die zijn akkertje volgiet
met gistende koeienmest
dat mijn vriendin gekleed gaat
in steeds minder kleren
en vreemde kerels op straat
haar flirtende blikken aansmeren
Ach, ik kan niet wachten
tot het inspiratierijke lentebegin
en ik…
Zij liepen op hun dooie akkertje
elk met een draagstang bestemd
niet voor tichelstenen maar voor
vijftig liter soep: met recht een pastorale.
Onderwijl bracht Primo Levi zijn maat
in Monowitz de taal van Dante bij met regels
geraapt in de zalen van het geheugen:
Considerate la vostra semenza:
fatte non foste a vivere come bruti.…