ze vertelde verder, ging het land op
en droeg appelspijs voor de meute uit
watertanden stonden bloot, ogen groots
zo zou mijn vlakke land in brand gaan
pas veel later zou men haar begrijpen
deze woorden, deze bekanst onvervalste
schoonheid, eenvoud en gretige warmte
deemstering viel in, kinders indachtig…
Voetstappen, sporen en Kauwen in de toren
En daar een schim, een schaduw,
Op de markt op dinsdag; haring kopen
Appelspijs, selder, prei en zaden van anijs.
En kippen en konijnen, duiven
En oude verse druiven.
Iemand kijk me aan en vraagt
Waar heb je die caddie nu vandaan?…