met de maan linksachter
door de avond heen geen zwarte gaten
slecht de zachtbeschenen weg langs
bermen knielend gras
ik was daar ook en zag de glans van kleine
vonken, op een waterrijke sleur
vol donkere hiaten
die sloot wist enkel wat daar voortbewoog
om in mezelf te praten koos ik
slechts een taal
die er, in diens eenvoud
niet…
heden schuiven nachten voor de zon
verstijven gordijnen tot mummies
bleekt euvel licht tot vale hapering
verteren magen het dagelijks brood
verwateren straatstenen tot knarsen
onder haastige zolen van onbestemde spoed
volgzaam zwijgen vogels, zaaien ochtenden
in blijvende herinnering
en wordt het stil rond de oren…
Praten met mijn vader
Luisterend naar zijn zoon
In de stilte van de nacht
Zo intens en ongewoon
Verhalend over dingen
Die voor ons bijzonder zijn
Zittend bij elkaar
Soms rechtlijnig overal tegen
Vaak wel op één lijn
Pratend met mijn vader
Ook al is hij jaren dood
Van hem mag ik klein blijven
En hij blijft altijd groot…
Op weg naar jouw onbeweeglijk lichaam
het contrast van je dynamische karakter
dat in serene rust droomde bij de avondwake
reik ik mijn armen voor de laatste omhelzing.…