In wijde wonderhallen van het woud
Hoor 'k hel-op tuiten klinkende muziek.
Nu buigen blad en bloesem naar beneên
Om háár te spreiden luchte baldakijn,
Haar, die aan 't hoofd van 't zuiver-spelend koor
Ten bos in schrijdt, de lentekoningin.
Zij streelt het sterrenmos met lichte tred,
En tovert met haar ogen teed're glans
Op 't schuchter-wuivend…