Mooie woorden dwarrelen
als rozerood en bloesemblad.
De wind draagt ver
legt ze zachtjes
voor mijn voeten
op mijn pad.
Rozerood van dageraad,
bloesemblad van nieuw begin,
ik wacht nog steeds op lente
maar zit er midden in.…
zie mij dansen, zie mij vangen
ja daar waar vlinders
liefde wegen en immer
naar de zomer
streven
zie mij wiegen, zie mij vliegen
ja hier waar vogels
luchten dragen en immer
naar de hoogte
staren
zie de dromen, begrijp het dan
dat ik huil en honger
in de bomen
omdat ik nooit zo licht
in jou kan
wonen…
Van de zoele hemelboog
Regent het op plant en steen:
't Kruid schiet uit in bloesemblad,
Maar de steen wordt enkel... nat...
En weer droog.
Ongedeerd en ongemoeid
Blijv' de steen. .. hij blijft ook steen!
Ik (en 'k wens het jong en oud)
Ik ben liever groenend hout...
't Lijdt maar bloeit!…
hoe teer is uw bloesemblad
zo zacht deinende doorheen een lentebries
ragfijne schoonheid
naakt leunend tegen volmaaktheid aan
smeulend mij smeltend
dat uw vergelijkbaar bent met de zee
het ruisen van kabbelende golfjes
zo wiegend uw vlezige vlinder heupen
u deed mij stranden in de branding
de ooit zo gevreesde nacht schuimend beminnen…
De bloem die 't meest verrukt,
wordt dikwijls 't eerst geplukt;
de plant, die 't weligst groeit,
is meest het eerst verbloeid;
de boom die 't vruchtbaarst tiert,
wordt door het ongediert'
de vruchten 't eerst ontroofd
die 't bloesemblad belooft.…
De bloem, die 't meest verrukt,
Wordt dikwijls 't eerst geplukt;
De plant, die 't weligst groeit,
Is meest het eerst verbloeid;
De boom, die 't vruchtbaarst tiert,
Wordt door het ongediert'
De vruchten 't eerst ontroofd,
Die 't bloesemblad belooft.…
kleuren, bloemenkleuren zijn,
als purper en diep karmozijn
in dit vertrek en in de krans
van uw gestrengelde rondedans;
als enkele bladen, sprenkelbladen
aan kronen stil gerijpt, geglipt
van kelken, door wier wanden heen
het net en weefselwerk verscheen
der aren en hoe het was geribd,
nu dat het licht er toegang had;
als het onschuldig bloesemblad…