Laat dicht de luiken; 't zonlicht dringe
Niet in deez' ruimten, waar geen morgen
Haar langer wacht.
Ga, laat m'alleen met mijne dode.
'k Wil mèt haar zijn in d'eerste wake
Van hare nacht.
Ik wil de teedre woorden spreken,
Die 'k nog voor haar in 't hart bewaarde;
'k Zei niet genoeg.
Ik wil haar dodensponde sieren
Met bloemen…
Laat dicht de luiken! 't Zonlicht dringe
niet in deez' ruimten, waar geen morgen
haar langer wacht.
En laat me alleen met mijne dode!
'k Wil met haar zijn in de eerste wake
van hare nacht...
Ik wil de teedre woorden spreken,
die 'k nog voor haar in 't hart bewaarde
'k zei niet genoeg.
Ik wil haar dodensponde sieren
met bloemen…
Eenzaam ruist de duistre zee,-
langs der duinen ruige kruinen,
als met droeve dodenklacht
zucht de nacht.
Eenzaam, eenzaam ruist de zee,
slaat de kuste zonder ruste,-
moeder aarde ligt alom
doods en stom.
Op het woelend vlak der zee
wislend dansen kille glansen-
starre lach der dode maan
staart mij aan.…
Eenzaam ruist de duistre zee,
langs der duinen ruigje kruinen,
als met droeve dodenklacht
zucht de nacht.
Eenzaam.,eenzaam ruist de zee,
slaat de kuste zonder ruste,
moeder aarde ligt alom
doods en stom.
Op het woelend vlak der zee
wislend dansen kille glanzen
starre lach der dode maan
staart mij aan.…