Hoor jij ook de trage nijd die takt in de bomen?
Alleen een boom kan dit dulden.
Alleen jij kan dit lezen.
De dichter is de ekster op de galg
die schettert om hun kromming.
De andere treurt dat er mens is.
Het zou alsnog kunnen, schildert het landschap,
het dansen, de myrte. De bedding kreunt
van geile bevaarbaarheid in de verte.
Maar de…
De ketel puft heftig, het water wil aftochten.
Je wil nog zwemmen, je alsnog met de zee
van mijn kilte benatten. Vuur verklaart stormachtig
het sterven aan het blauwzwarte uiteinde
van windstoten. Ik golf in de zee
zoals ik golfde in haren.
De wolken trekken zich in afschuw af
van het ondermaanse. Je staat hemels besmeurd
en perplex bij…