Kom je warmen aan het haardvuur
en laat mijn feestmaal je verrassen.
Daarna laten we voorgoed de ophaalbrug
in ophaalstand, gedijen we in land O,
het Nieuwe Paradijs zonder O-haters.…
nog niks hebben zij gezien
vervolgen nog steeds rustig er op los
het oordeel ligt klaar na ieder feestmaal
ieder godganse dag opnieuw
ligt de dood ook op jouw te loeren
wacht nog even in hetzelfde schuitje
we hebben nog tijd
wie hoort er nog een kraai?…
Die is levensecht
Die ontstaat in wanhoop
Onze god
Van onze cultuur
Staat reddeloos tegen de muur
Want de god van de levenswanhoop
Is een doordringend geluid
Leeft op straat
Lijkt het kwaad
Maar is voor veel mensen
Die wanhoop beleven
Hun laatste toeverlaat
Onze god
Met zijn
Pracht en praal
Schenkt Velen van ons weder
Een heerlijk feestmaal…
In het midden van de feeste,
van het spelen en 't gezang,
't vlugge klappen, 't vrolijk lachen
en der bekers hel geklang,
Schouwende over 't levend feestmaal
zit de blanke Poëzij,
en 't gemoed vol zoet bewonderen,
kijkt en zwijgt en mijmert zij.…
Met bruine kransen in uw haar,
Als een jong man, voor een feestmaal klaar,
Zorg'loos, zie ik u zwerven...
O vreemd oud -jaar!
Hoé gaat gij dood, oud-jaar?…
Verbergt hem zijne naaktennood,
En weekt hem 't duur gewonnen brood,
En geeft het beet're smaak dan 't feestmaal van de rijken.
Daar snelt het talrijk kroost, en komt van oost en west;
En ieder kiest zijn plaats; in 't kopje smaakt het best,
Waarin men ied're dag mag smullen.…