Heimelijk verlangen
poëzie
Die man lijkt mij godengelijk te wezen,
Die van tegenover gezeten toehoort
Hoe gij vlak nabij in uw zoete stemval
Over en weer praat
En verlangenstekelend lacht, wat noodschiks
In mijn borst het hart mij in angsten opjaagt;
Immers amper zie ik U aan - geen woord meer
Laat zich verklanken,
Maar mijn tong blijft star en gebroken; aanstonds…