's Morgens op het witte laken
doet er een gelaat ontwaken -
dat ligt daar als een waterlelie
op een golf water, op de peluw.
's Middags loopt ze in het bos te schijnen,
haar ogen tussen bladen als twee kleine
vuurjuwelen, kijkend in een laan -
bladen ruisen weer dicht, ze is gegaan.
's Avonds lacht ze in een stille
kamer,…
'
Zij zongen het, saâm om de heuvel geschaard,
Met de hand aan de hoed, met de hand aan het zwaard,
En plechtig, ver in 't ronde
Klonk 't lied van Aldegonde
Toen sprak nog de hopman een: `Broeders, Goenacht!'
En 't vendel trok voort; aan de kim, als een wacht,
Verhieven Hollands duinen
In 't avondrood hun kruinen.…