de meeuw heeft het wel gehad
met zee duin en strand
ziet ze krijsen slaan woest
hun vleugels uit op Rapenburg
Levendaal Hoogwoerd den Burcht
Claresteeg ja op de Stille Mare
burgers klagen zeg wat mot dat
durven niet meer uit hun huizen
een misstand net vele pluizen
heden kan ik verklaren:
geen tot gering presteren als meeuwenverschrikker…
klaag niet tot de hemeltroon,
Hoe arm ons vijftal 't hebbe,
Denk aan Gods eigen lievenZoon,
Die neerlag in de krebbe.
O Jezus Christus! Zoon van God,
Voor ons in 't vlees gekomen!…
wat tempel
er is de geur
van zure tepel
rebellie
zonder hartevuur
dove netel
kwartel op tafels
gedoopt in gierst
bij boeren
geruild en opgedeeld
in kavels
besproken
niet anders dan
gedane zaken
in luiletterland
duf gepriegel
in kantlijnen
van schuldeloze
burgers met salie
in hun gerstenat
groene knoppen
al uit de tak
monsteren…
Zij hebbe' elkaar vermoord om U, Heer, te verdienen,
het zondig vlees gekerfd, geradbraakt en verkoold.
Groot is, goddank, de schaar der liefdevolle lieden
die zacht de poten breken van het schaap verdoold,
en lang voor 't stervensuur Uw paradijs verwierven.…