ze vluchtten voor gezapigheid
dachten roem en eer te halen
voor volk en vaderland
niets was minder waar
misleid door mooie woorden
wachtte slechts dood en verderf
loopgraven raakten verzadigd van bloed
te jong gilden jongens om moeder
een eeuw na die vreselijke strijd
graaft men rond Ieper nog botten op
klaprozen buigen stil…
tyne cot
we crepeerden in grauwrode modder
onder vlaanderens loodgrijze hemel
en dodelijk krijsend staal
blind en bang voor pijn ijzer hels vuur
gruwzame dood door gas
groene lijkwaden om stikkend jong leven
kinderen hulpeloos schreeuwend om geliefden
wegkwijnend van verdriet
tot onsterflijke helden gemaakt
liggen we verminkt onder keurig…
negentig jaren geleden
verstomde het geweld
herinneringen bleven
indringend en wreed
de somme ieperen
verdun en de ijzer
op de 11de van de 11de
wilde hij nog iets zeggen
nog in de houding staan
maar alles weigerde dienst
veteraan henry allingham
zijn zwijgen sprak boekdelen
afgevoerd in een rolstoel
het applaus hoorde hij niet…
dat ik je liefheb
mijn veertien-achttien soldaat van twintig
je geriemde armen en een opgeslagen kraag
de stalen oorlog die in je ogen waait
toen je op die winterdag de klok niet hoorde
boven Ploegsteert bos het gonzen zag
de kerkhofgroene roofvogels en
hun zijden piloten in lederen hoofden
dat je me liefhebt jonge soldaat
naakt tot aan…
Gebroken
geknakt
regenererend
des leven
lijdzaam
overleden
Doods
toekomstloos
brutaal
door eigen hand
aangerand
Fragmenten
rond
gesmeten
sieren
ondergekregen
nooit
wederkerenden
De nacht slaakt
verdwaalde schoten
verschillend de
tussen
liggende tijden
De wacht schrikt op
bezweet
bleek
trekkend
Mijn god
het gaat…
Misschien is er nog geur
van bekommernis achter de einder,
waar steden spreken als
Ieper.
Hoe ooit terug soldaat
naar wat jij schreef:
een zware tocht de dorpen,
een zware tocht de regen,
een zware tocht we zijn op weg,
we worden ingezet, ik ben benieuwd.
Er was niets meer in Libessart.…
In de velden van Vlaanderen zie
ik het voorbijgaan:
de bugels om 8 uur
de herbouw van Ieper,
de verdiensten aan Hill 62
Een scholier op excursie
gooit er nog steeds
zijn gevonden kastanjes.…
Het Westen herdenkt oude massagraven
Het Oosten ontdekt nieuwe versies
Vlaamse villa's pronken pront met kerstversiering
Syrische puinhopen vormden eens thuizen
Hier mag het nooit meer oorlog worden
Daar zal hij immens veel kosten
Oliejunks mogen graag de mond smeren
Verslaving zet vaak moraal bij het huisvuil
In Ieper omkransen dagelijks…
onze bruine knoken het daglicht
zie eens onze versplinterde botten
die verroeste tommyhelmen
met daarin onze verwoeste hoofden
en onze modderlaarzen nog aan
zie je ook wel onze eeuwige haat
tegen het opgefokte heldendom
bevroren in onze machteloze
doodse en verminkte grijns
we liggen hier vruchteloos te kijk
in de gemartelde klei van ieper…
dringen zich op
flitsen van ogen vol angst
spijt en verscheuring
ervaar ik maar
ook opperste gelukzaligheid
vals aangeleverd
door de verkeerde goeroe
daar doorheen in kleur
schieten pijnlijke
scheuten
van liefdes verloren
Verder dalen wil ik
dieper door de
mistige lagen
Dante's Vergilius volgen
door de lijkgevulde
loopgraven in Ieper…