Geen traan van weemoed deed mijn wimpers beven:
mijn ijskil harte en heeft niet meegenoten.
'k Zag, onverschillig, veld en bomen glijden:
geen frisheid! ook geen lust tot verder streven.
O wrangheid! half maar voelen, half maar lijden,
verdorde schakel van 't oneindig leven!…
Geen traan van weemoed deed mijn wimpers beven:
mijn ijskil harte en heeft niet meegenoten.
'k Zag, onverschillig, veld en bomen glijden:
geen frisheid! ook geen lust tot verder streven.
O wrangheid! half maar voelen, half maar lijden,
verdorde schakel van 't oneindig leven!
1892…