als ver, verder weg dan
jachtpad en braamstruik
boven de kazerne
de taptoe schalt
ben ik nog
te dicht, te dicht naast jou
mijn lief
en geloof me
ook langs, bolderplaats
kaalwild, ketel en
beukenoot
dan ook nog mijn lief…
als ver, verder weg dan
jachtpad en braamstruik
boven de kazerne
de taptoe schalt
ben ik nog
te dicht, te dicht naast jou
mijn lief
en geloof me
ook langs, bolderplaats
kaalwild, ketel en
beukenoot
dan ook nog mijn lief…
sneeuw dwarrelt langs zijn raam
wijl hij de godganse dag bleke muren ziet
en stijfgestreken hagelwitte jassen
hij staart
bloesem aan de kastanjeboom, zee en meeuw
het oude jachtpad met die scheve plataan
winter is te koud om te verkassen
hij vloekt
niet om het sterven,
maar hij was zo graag met de lente gegaan…