Een ladder, afgekeurd door de inspectie,
die nu tussen het kleefkruid ligt,
onzichtbaar in de achtertuin. Soms
zitten er kraaien, af en toe vallen rupsen
uit de boom, jong verschrompeld. Ze ploffen
met een droog geluid op de ladder.…
de zuidwestenwinden, voorover vallend
met grillige stam en natte voeten
bij oostkerke op de krinkeldijk staan
mijn mannen weer paraat, ze zien
het gat van de zee, ze wuiven blind
geen schip kan hun monden voeden
op de zilte schorrenweiden, wollig staan
ze te gapen in de lucht, zonder tanden
ik overleef het wel met jou in mijn trui
met kleefkruid…
Dat klokslag middernacht één
van de vrienden schrijft samen te willen komen
Dat 's morgens héél vroeg een héél vroegere vriendin van ver feliciteert
Dat als je de deur uitstapt daar een krukje met krokant croissant
en sap en plant en kaart
van dichtbij vriendin
Dat je luncht met zoon en dochter in het park,
't gesprek als kleefkruid aan…