er staat nog niets
als ik dit kille, witte vlak betreed
en toch verwacht men iets
dus kleur ik met verve mijn boetekleed
ik wil snel, vlakkenvullend
met een roller, kleurensmullend
invullend wat men ook zoekt
vond slechts lallend, lullend,
een afgod ingelijst, opgedoekt.…
en wit is de basis van het gedicht
dat veel gebazel doorstaat
maar vaak de voorliefde geeft aan het rood
in adem van verlangen
dansend in het driftige geel van de zon
een kleurenleer ten beste
een encyclopedie van grote woorden
waarin het zwart de harde taal van stilte weergeeft…