Koudkleum mag zich warmen
In zijn Moeders armen,
Schreien om erbarmen,
Als de bal hem raakt;
Laat de kachel gloeien,....
Ons zal door het stoeien
't Bloed wel sneller vloeien,
Waar de sneeuwbal kraakt!…
En had ik nu een spiegel,
Dan liet ik je er in zien,
En stond je vast beteuterd
Als laatst die kleine mien,
Toen zij haar witte boezel
Present kreeg van oom wout,
Waaronder nu die koudkleum
Al weer haar handen houdt.…