het werd zo doods
en eenzaam droef triest leeg
dat zelfs de tijd bleef staan
een schrik breidde zich uit
’t was wonderbaar
hoe doodsangst zich
vereende met wat kinderdromen
tot steden heel onwerkelijk stil
en bossen kreunden zwarte bomen
de mensen staarden
uit hun monden ’t zinloze van taal
emotieloos en niets was nog te voelen
’t leken…
regelrecht op me af
gaf een hele dikke natte zoen
jij dwarrelde uitgelaten voorbij
en ging aan de gang
op een zelf bedacht melodietje
en genoot, maar ik was bang
dat je vallen zou
jouw blos had bijna dezelfde kleur
van je schoentjes en je zoentjes
na het pirouetteren als een tol
stond je plotseling stil
en knalde bovenop de TV
en kreunde…
Zij wilde kussen,
Zacht, dat ze niet ontwaakte, maar ze bewoog
Toch, en kreunde als in een droom gevallen,
Ontstellender nog; zij heeft haar toen gewekt,
En de leden die zij lijden zag in felle
Angst met haar groter lichaam toegedekt.
’t Was niet haar schuld, zij had het niet bedoeld.
Wanhopige verrukkingen ontstonden.…
plaatste zijn benen wijd en trok me aan mijn poten
krassend protesteerde ik zijn bruutheid keer op keer
hij wipte na de maaltijd altijd houterig op en neer
en hielp mijn evenwichtigheid danig naar de kloten
De tweede was zijn zeer gewichtige vrouw
die zich zuchtend maar kordaat bovenop mij zette
en terwijl haar wijde rokken mij echt benauwden
kreunde…