bloesems in de schaduw
ze geuren als vlinders op het water
mijn hand reikt naar het dwarrelen, halverwege
een kindervuist is onzichtbaar
het verbaast me niet
ik ben groter dan ik was en verspreid de tijd
het zingen leg ik neer in stenen…
zal lente koude verjagen
zwarte knopen lichter maken
metaforen in vraag stellen
weer en steeds
wanneer transparante rozen
onverteerbaar
illusies bouwen op een horizon
zoals het meisje
dat met roze plastic emmertjes
een vochtig huis naar zich toe praat
verdorde bloemen plukt
uit lijf en leden
kringsgewijs
lintjes knoopt rond…