het dorstig renpaard volgt een waadvogel
verwaand spoort de pikeur zijn onwillig lamoen
terug in de piste waar verdwaalde woorden
hoefafdrukken in het zand
daar spreekt je pen en schrijft je tong tekens
door het rennen uitgewist opnieuw het zicht
en jaarringen scherpen de tijd
die uitgerekend in papier verdwijnt…
Mist, zonder luchten, zonder lach.
`n Dag, op voorhand saai.
Daarom nu, maak ik graag gewag.
Van de buiging van de kraai.
`t Was `n geluk, dat ik `t zag.
Want, zó, bijzonder fraai.
Al duurde `t maar `n oogopslag.
De buiging van de kraai.
`k Keek z`n kant, per ongeluk.
Maar `t gaf m`n dag `n draai.
Jawel, `n sierlijk meesterstuk.
De buiging…