Je lentekleed
met uitbundige
kleuren
zo compleet
de aanblik van
het groen en
je bloemen
die rijkelijk bloeien
en het oog
zo strelen
Jouw jaargetij
blijft ons
altijd weer
boeien
en helen…
'k Heb ooit in mei het lentekleed gekust
de roze bloesems teder aan mijn hart gedrukt
nu ziet alles somber, triest en grauw
of ik mei in een depressie aanschouw
de wolken zijn veel te vaal en grijs
hangen zwaar van stofhagel en ijs
en waar de ijsheiligen gaan wonen
gaan zij het lentekleed niet langer tooien
d’ ijzige wind zal in die jonge…
Virgineum decus
Niet lam en afgeleefd,
maar kroes, en in zijn' kreuken,
zo is het loof mij lief,
en ‘t groen, der groene beuken,
die in de zonne staan
en, hagewijs geleed,
de nieuwe pracht aandoen
nu van hun lentekleed.…
ooit vermoedde
waar nevelslierten frêle en zacht
zich aarzelend kleefden aan wat zon
Grasgroen oogde voluit de brede laan
nog zoveel malser dan ik ooit kon vatten
waar ochtenddauw na vurige nacht
me welkom heette aarzelend en fris
Aan romig wit heb ik me gulzig gelaafd
nog meer voldaan dan ik ooit kon denken
waar hun bloesems in frivool lentekleed…
en de aarde zich aan de lenteregen
tegoed heeft gedaan
is het gras groener dan ooit
en het groen van de bomen uitbundiger getooid
fluitekruid en boterbloem sieren
als een geweven kanten lint
berm en waterkant
wiegend in de wind
vogels uit volle borst weer zingen
en zonnestralen ons omringen
die het groen als parels laat glanzen
en het lentekleed…
ik wenste mijzelf een lentedag
vol bloeiende violen
een zacht geurende meisjeslach
in ontluikend groen verscholen
ik wenste mijzelf een lentekleed
vol blauw geel groene bloemen
prachtig kleurend kamerbreed
waarop bijen zachtjes zoemen
ik wenste mijzelf een lentezon
gespiegeld in het water
waarin ik mij steeds warmen kon
tussen eenden…
ongedwongen
met het mosgroen je najaarskleed kleurt
Zeg Rijswijk, ben jij wel bezongen
om je wasdom waar het roodborstje troont
waar parkiet er zijn halsband heeft bedwongen
en met groen nu je winterkleed kroont
Zeg Rijswijk, ben jij wel bezongen
om je bedding waar de strandwal nog glooit
waar de lijster met nestelende jongen
en het daslook je lentekleed…
'
nu fiets ik zo
verloren droef
door deze buurt
tussen de plastik
rozen door begluurd
door minnaars van
een schone stoep
Stil sta ik bij
een kleine tronk
wijl in mij zonk
't onwerkelijk
leeg gevoel
als dra het
lentekleed
wordt aangetogen
wacht hem het
onvermogen zijn
voorjaarsvreugde
weer te tonen
stil, ingetogen
met…
Laat mij wiegend wiegen
op de takken van de treurwilg
tussen het ritselend gebladerte
en het jonge groen van zijn lentekleed.
Laat mij wiegend wiegen
luisterend naar de taal
van de licht wervelende wind
en zijn eeuwenoude verhalen
van moeder aarde en het Lentekind.…