Het is de kracht van de man
om de daad bij het woord te voegen
na het nodige denkwerk te hebben verricht.
Daarvoor moet een man eerst alles op een rijtje hebben,
anders komt er van dat alles niets terecht.
Het ligt hoe dan ook in het vermogen van elke man
om krom te liggen voor wat recht is.
Dat is de man op zijn best,
van oost tot west…
jij houdt ervan dat ‘k jou verleid
ik dat ‘k jouw zachte borsten voel
- het trekt mij altijd naar je toe -
en mannenkracht stijgt in mij hoog
wanneer ik dan je schoot bevrijd
ik hou ervan als lust mij wekt
jij dat mijn lijf ’t jouwe bedekt
omsluitend proef je mijn begeer
genot in steile tuimelvlucht
is voor ons beiden nooit genoeg
eerst…
'k Ben laf te moede .... o klaar in 't leven lezen,
o nimmer zich met mannenkracht omgorden;
o klaar besef van kunnen-zijn en toch-niet-wezen,
van willen-zijn en toch-niet-willen-worden!…
Hoe lieflijk rust de wellustvolle vrouw,
Die mij met schoonheid, liefde en maagdenweelde
Den ganse nacht gelijk een engel streelde,
Die ik, bevruchtend als de morgenddauw,
Met mannenkracht en kinderlust bedeelde!
Ja, lieflijk rust de wellustvolle vrouw!…
Jouw veilige sterke arm, zo warm en zo vol mannenkracht,
Kom liefste, toe leid mijn hand, dans onder de sterrenpracht.
Dans nog een laatste keer met mij in deze eeuwig lange nacht.
Lang geleden was het, want ik herinner mij en houd de kaart.
Mijn oude hand ze beeft, bedwelming voel ik zo onverwacht.…
Wie kon, als zij, van ’t maagdelijk geslacht,
Op mannenkracht bij vrouwenzacht roemen?
Maar ’t doodlijk gif van een verborgen worm
Vernielt in ’t veld de schoonste roos van allen;
Het woest geweld van ene maartse storm
Doet ook in ’t woud de kloekste stammen vallen.
O Eedle roos! o knopje, jong en teer!…