’s Ochtends vroeg komt de mist aan mijn deuren huilen
van wie hier toch in ontbreekt. Zijn plingelende snik
en kopstoot tegen de muren en nog antwoord ik
hem niet. Verdriet om wat er niet is, is enkel het vervuilen
van je eigen humeur. Plots is ook de schriele lentezon overtuigd hiervan
en zingt even door de longen van elke kleine mus of merel…
Een marktkramer uit MOPERTINGEN
verkocht fruit door zich HEES te zingen.
'Twee APPELS en een PEER
bekomt u, en nog MEER
door hier binnen te springen.
Een vliegenier uit BLANDEN
mag wel een kaarske branden.
Was 't nu gewoon het LOT
ofwel de wil van God,
vlak naast zijn KERKSKEN te LANDEN.…