Lentekriebeltjes in wei
langs strakgesneden zijrivieren
in omhelzing met elkaar
waar witte pluk zich zalig vond
hier gingen wij de heuvel op
in kronkeling van holle wegen
burgemeesters van geluk
gelijk Romeinen in verbeelding
en wij keken naar het water
waar nog bladeren in dreven
helder water waar het meilicht
stille dromen in verzonk
en…
zwieren
hoe ze telkens door de wind
weer verder werd gedragen
ik worstelde in stilte
onder een mistdeken
als in een web
van gesponnen vragen
ik hoorde en zag wel de vogel
ze zong zover bij mij vandaan
ik liep en liep, maar wist nog niet
waarheen mijn stappen zouden gaan
maar,
ik las een lentedroom in zinnen
de vreugde van een meilicht…
ik vouw mijn handen open
in de eerste dagen
van lente
en lees het gedicht van de boom
hij fluit op mijn vingers
naar het meilicht
droomt meer
dan zijn kruin verwachten kan
meer dan ooit voorbij
het zachte weer beweegt zijn bloesems
blijmoedig naar mijn bankje
ik vraag hem niet
naar zijn naam
welke beelden hij ziet of zijn…