DAAR wandelde op nen zomerdag
een neuswijze achter 't land,
daar hij twee klene meiskes zag
die speelden in het zand.
Zei neuswijs: 'Maar,wat doet gij daar,
gij meiskes alle bei?
Wat doet gij daar gij blond van haar,
gij meiskes, in de Mei?…
De meiskes uit de taveernen,
Zij hebben een malse schoot.
Ge kunt het allicht eens proberen,
Maar de kans op ’n blauwtje is groot.
- naar Karel van de Woestijne…
De meiskes uit de taveernen
zij hebben een malse schoot.
Zij zien er de jongens geerne.
Zij baren haar kindren dood.
Zij dragen van vurige zijde
een keurske dat spant en splijt.
We ontwaken aan hare zijde
met de houten mond van de spijt.…
En dan komt er zo’n man, zo’n domme hark,
die zegt dat vrouwenvoetbal ‘minder’ is:
‘Die meiskes horen thuis aan het fornuis.’
Dus Lieke neemt een aanloop. Piet of Mark
maakt pijnlijk kennis met haar ergernis:
de bal vliegt met een mooie bocht in ’t kruis!…
van de bandeloze vrijheid
doch tors opnieuw en zonder ommekeer
Uw daag'lijks Kruis
..en verder trekken zij
het oude leven zeulend naar een nieuw seizoen
de hoeder en de danser
de melkmeid met haar verse lief
de schaarse maagd
ontwerpt zich een kostuum gewaagder
dan in eerder jaren
berekent sluw haar kansen in een later carnaval
prille meiskes…